In de strijd tegen de Sovjet-Unie verplaatste Hitler vanaf de zomer van 1941 steeds meer troepen naar het oosten. Tegelijk rekende nazi-Duitsland op een geallieerde invasie vanaf zee. Als oplossing voor dit dilemma werd tussen 1942 en 1945 de Atlantikwall aangelegd, een aaneenschakeling van betonnen bunkers, versperringen en natuurlijke hindernissen zoals kliffen en rotsen langs de Atlantische Oceaan en de Noordzee. De Atlantikwall was vijfduizend kilometer lang en liep van het noorden van Noorwegen tot aan de grens met Spanje.