Dirk ter Horst en het verzet

Dirk ter Horst werd geboren op 2 februari 1905 in Friesland. Clasina den Dulk werd geboren op 23 november 1904.
Dirk was zeer anti-Duits en zeer gehecht aan de Hollandse waarden. Het koningshuis stond bij hem in hoog aanzien. Hij verhuisde in 1932 naar Den Haag  omdat er in Friesland geen werk te vinden was. Hij werkte als chef bij de Ford-garage op de Hogewal. Hij zat in een kosthuis op Toussaintkade.

De jaren dertig

Dirk en Clasina ontmoetten elkaar op de pier in 1934. Ze trouwden in 1936 en gingen in de Badhuisstraat 190 wonen.  Dat was een koetshuis van de familie Van de Kraa, dat werd omgetoverd tot garage waar ze boven gingen wonen. Ze kregen drie kinderen Aad (1938 ), Nico (1939) en Tineke (1944).

Onderduiken in je eigen huis

Bij het begin van de oorlog dook Dirk direct onder in z’n eigen huis. Hij had het gevoel dat het niet goed zou gaan. Hij haatte de Duitsers. Voor de buitenwacht heette het dat hij naar Engeland was. Voor zijn twee zoons was hij ‘ome Dirk’, om hem niet te verraden. Dirk  sloot zich aan bij Verzetsgroep Scheveningen. Andere leden waren Cees Mooiman - jachtopziener (koddebeier) en hoofd van de beveiliging van het landhuis Ruigenhoek van Koningin Wilhelmina dat in de duinen bij de watertoren stond; Dr. Van Vliet (rooie Koos); Van der Steen en ene Taal. Clasina werd officieel garagehoudster.

Evacuatie

Het gezin, moeder Clasina en de kinderen Aad en Nico, kreeg ontheffing en mocht in Scheveningen blijven wonen. Dit had te maken met het feit dat de vader van Clasina veel onroerend goed bezat in de vesting en Clasina moest dat controleren. Daar kwam nog bij dat Dirk bij zijn zogenaamde vertrek naar Engeland de garage op naam van zijn vrouw Clasina gezet. Dat het gezin niet geëvacueerd werd was vooral van belang voor de, ondergedoken, vader.

Toenemende spanning

In 1943 viel er een ontruimingsbevel in de bus. De garage werd onttakeld. De compressor en de draaibank werden meegenomen.

Vanaf dat moment maakte Dirk in huis verschillende schuilplekken:

  1. Boven het plafond van de WC, maar dat werd als snel te gevaarlijk omdat dat een plek was die door veel mensen hiervoor werd gebruikt. Bij controle werd er door het plafond geschoten.
  2. Achter een schuifwand in het magazijn was een geheime werkplaats, waar hij zich goed kon verbergen. Daar maakte hij ploertendoders die aan de ondergrondse werden geleverd. Soms wel vijftig per week. Zo’n wapen werd gemaakt van een stuk staaldraad van de loggers, met aan het eind een knots van lood.
  3. Op de zolder boven de woonkamer met een kijkgaatje de kamer in. Op de zolder stond een dekenkist op een gat naar de tussenruimte tussen de vloeren en daar zat hij ook regelmatig.

Naast het magazijn was een buitenplaatsje waar een put zat. De ruimte onder het putdeksel 
was vergroot en daar zat hij in de meest angstige tijden. Een keer zat hij daar drie weken opgevouwen in en kwam er  gebroken uit.

Dirk bleef ondergedoken en noteerde met een streep op een balk op zolder alle V2’s die hij hoorde. Hij kwam op een totaal van 1052.
Toen Tineke, zusje van Aad en Nico,  in 1944 werd geboren was dat wel  even een probleem, want van wie was dat kind? Clasina verzon dat het van een Duitser was.

Vlees op tafel

In de achterwand van de garage zat een schuifraam en daarachter lag een tuin met kastanjes. Daar zaten regelmatig houtduiven en met een buks schoot ‘ome Dirk’ deze vogels dood en voorzag zo regelmatig zijn gezin van vlees.  Het gezin kreeg wekelijks controle van Duitse officieren.

Naar de stad

Op een dag gingen Aad en Nico met een tante de stad in. Allebei waren ze gekleed in een matrozen pakje. Op de pet stond Koninklijke Marine, een idee van zijn vader die wel erg vaderlandslievend was. Het was de reden dat ze werden opgepakt en werden ondervraagd in een pand aan de Vijverberg. ze werden halverwege de ochtend aangehouden en voor het avondeten mochten ze weer weg. Al met al duurde dat toch zo’n uur of zes. De tekst werd van de petten gehaald, daar is een prachtige foto van.(1942).

Plattegrond

Waar het allemaal gebeurde

Waar gebeurde het allemaal

Hoe zag die omgeving waar Clasina met haar kinderen woonden eruit?  Bijna iedereen was geëvacueerd of in het slechtste geval door de Duitsers op transport gezet.

  • Naast de garage was de winkel van juffrouw Scheurs, een winkel van hoeden en petten. Juffrouw Schreurs was joods, is weggevoerd en nooit meer teruggekomen
  • Tegenover de garage was het postkantoor, daarnaast de ijzerhandel van de joodse familie Vos. Die familie werd ook weggevoerd en kwam nooit meer terug.
  • Daarnaast was een slagerij, maar die was leeg.
  • Daarnaast de winkel van Jamin, ook leeg
  • Daarnaast ‘Het arsenaal’ een winkel in tweede handsspullen die werd gedreven door joden. Het stond leeg, maar deze joodse familie kwam na de oorlog terug.
  • Daarnaast was de sigarenwinkel van Evenblij en daar woonde een vriendje van Nico, Robbie.

Dolle dinsdag

In de kelder van de hoeden- en pettenwinkel van juffrouw Scheurs hadden Robbie Evenblij en Nico een grote doos met vlaggetjes gevonden. Op Dolle Dinsdag ging Nico met Robbie deze vlaggetjes die in lange  slingers aan elkaar zaten, van lantaarn naar lantaarn ophangen Toen ze daar mee bezig waren kwam er een Duitser voorbij met een mitrailleur op een bakfiets en die begonnen op de kinderen te schieten. Ze kwamen met de schrik vrij.

Bevrijding en het vervolg

Bij de bevrijding vertelde ‘ome Dirk’ dat hij de vader was Aad, Nico en Tineke. Nico herinnert zich niet dat zijn vader dat vertelde en had ook geen vader gemist omdat ‘ome Dirk’ die rol vervulde.

Vader Dirk ging bij de N.B.S. (de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten). Daar was hij betrokken bij de opgravingen op de Waalsdorpervlakte. NSB-ers (landverraders) werden ingezet voor deze lugubere werkzaamheden. Dat gebeurde uiteraard onder toezicht. Wat heel vreemd was, was dat Nico – nog maar zes jaar oud – altijd met zijn vader meeging en zo getuige was van al die opgegraven lijken van verzetsstrijders. Nico verzamelde patronen en dergelijke. Deze foto’s werden gemaakt van het  blootleggen van de massagraven. Van Geelkerken, die veel van de executies op zijn geweten had, en Prof.Verhulst, die onderzoek deed naar identificatie van de opgegraven lijken, zien we hier onder andere op afgebeeld.

In 1947 of 1948 kreeg Dirk het Verzetskruis.
Hij was door de oorlog een zeer verbitterd mens geworden.

naar boven